De moderne wereld is gevuld met technologie, van smartphones tot slimme apparaten. Voor veel mensen zijn deze technologische hulpmiddelen vanzelfsprekend, maar voor mensen met dementie kan het een bron van verwarring, angst en zelfs wantrouwen zijn. Terwijl technologie vaak wordt ingezet om het leven van mensen met dementie te vergemakkelijken, vertonen sommigen een sterke weerstand. Wat ligt hieraan ten grondslag?
Een van de belangrijkste redenen waarom mensen met dementie angstig of wantrouwend kunnen reageren op technologie is de cognitieve achteruitgang die gepaard gaat met de ziekte. Dementie tast het geheugen en het denkvermogen aan, waardoor nieuwe en complexe informatie moeilijk te verwerken is. Technologie, die vaak draait om abstracte concepten zoals apps, wachtwoorden en schermnavigatie, kan overweldigend zijn voor iemand wiens hersenen moeite hebben met nieuwe informatie verwerken.
Bovendien kan het kortetermijngeheugen snel achteruitgaan bij dementie, wat betekent dat iemand misschien niet meer weet hoe hij een apparaat moet gebruiken, zelfs als hij dat enkele momenten geleden nog wist. Dit verlies van controle en begrip kan gevoelens van frustratie en angst veroorzaken.
Mensen met dementie kunnen sterke gevoelens van nostalgie ontwikkelen voor het verleden, een tijd waarin technologie veel eenvoudiger of zelfs afwezig was. Als gevolg daarvan kan moderne technologie vreemd en vijandig aanvoelen. Ze kunnen zich beter herinneren hoe apparaten vroeger werkten en vinden het moeilijk om de snelle vooruitgang en veranderingen bij te houden.
De angst voor technologie kan ook voortkomen uit het onvermogen om te herkennen wat een apparaat is of doet. Een tablet, smartphone of slimme speaker lijkt misschien op niets dat ze eerder in hun leven hebben gezien, en dat gebrek aan herkenning kan een gevoel van onveiligheid oproepen.
Mensen met dementie ontwikkelen soms waanbeelden of paranoïde gedachten als gevolg van veranderingen in de hersenen. Dit kan leiden tot het wantrouwen van technologie, vooral als ze niet begrijpen hoe het werkt of waarom het er is. Een slimme camera kan bijvoorbeeld worden gezien als een indringer of spion, en een smartphone kan worden ervaren als een bedreiging in plaats van een hulpmiddel.
Daarnaast kunnen sommige technologieën herinneringen oproepen aan negatieve of angstige associaties. Geluiden of signalen van apparaten kunnen worden geïnterpreteerd als waarschuwingen of gevaar, wat hun wantrouwen versterkt.
Voor veel ouderen, met of zonder dementie, is technologie een relatief nieuw fenomeen. Sociale isolatie kan ervoor zorgen dat mensen met dementie weinig tot geen contact hebben met moderne technologie. Dit gebrek aan blootstelling kan hen nog angstiger maken wanneer ze voor het eerst met nieuwe apparaten in aanraking komen.
Daarnaast kan het ontbreken van digitale geletterdheid bij veel ouderen betekenen dat zij nooit de vaardigheden hebben geleerd om met technologie om te gaan. Voor iemand met dementie kan het leren van deze vaardigheden bijna onmogelijk zijn, wat gevoelens van incompetentie en frustratie opwekt.
Dementie kan ook visuele en auditieve percepties veranderen, wat het moeilijker maakt om technologie te begrijpen of te gebruiken. Visuele hallucinaties of het niet goed kunnen interpreteren van wat ze op een scherm zien, kan ertoe leiden dat mensen met dementie technologie als een vijandig of bedreigend element ervaren.
Daarnaast kunnen veranderingen in auditieve verwerking ervoor zorgen dat apparaten die geluid maken, zoals telefoons of alarmsystemen, verwarrend of verontrustend klinken. Dit alles kan bijdragen aan gevoelens van wantrouwen.
Het is belangrijk om geduldig en empathisch om te gaan met mensen met dementie die angstig of wantrouwend staan tegenover technologie. Hier zijn enkele tips om hen te ondersteunen: