De overgang naar de menopauze markeert een belangrijk verschil tussen oudere mannen en vrouwen. Tijdens deze levensfase nemen de hormoonspiegels, zoals oestrogeen en progesteron, bij vrouwen drastisch af. Maar wat betekent dit voor de gezondheid van de hersenen en het risico op dementie?
Oestrogeen staat bekend om zijn beschermende eigenschappen voor de hersenen. Het hormoon kan bijvoorbeeld bepaalde schadelijke effecten van stoffen die betrokken zijn bij de ziekte van Alzheimer blokkeren. Dit heeft sommige wetenschappers doen vermoeden dat hoe meer een vrouw in haar leven aan oestrogeen wordt blootgesteld, hoe kleiner haar kans is om dementie te ontwikkelen.
Er zijn verschillende factoren die de oestrogeenblootstelling beïnvloeden, zoals:
Aan de andere kant kan een zeer vroege menopauze, bijvoorbeeld door chirurgische behandelingen tegen kanker, het risico op dementie later in het leven verhogen.
Wat we nu ook weten, is dat de ziekten die dementie veroorzaken vaak al zo’n 10 tot 20 jaar vóór de eerste symptomen beginnen te ontwikkelen. Voor veel vrouwen valt dit moment samen met hun menopauze. Het is dan ook verleidelijk om het verlies van oestrogeen – het hormoon dat de hersenen beschermt – in verband te brengen met het begin van processen die uiteindelijk tot dementie leiden.
Hoewel het verband tussen geslacht, menopauze en dementierisico intrigerend is, blijft het een zeer complex vraagstuk. Tot voor kort werd de menopauze door onderzoekers nauwelijks gezien als een belangrijke factor bij het ontstaan van dementie. We staan pas aan het begin van het onderzoek naar deze relatie en er is nog veel meer studie nodig voordat we definitieve conclusies kunnen trekken.
De menopauze lijkt een belangrijke rol te spelen in het risico op dementie, maar de exacte relatie blijft onduidelijk. Wat we wel weten, is dat de daling van oestrogeen mogelijk een kritieke factor is. Meer onderzoek is nodig om te begrijpen hoe we dit inzicht kunnen gebruiken om vrouwen beter te beschermen tegen dementie in hun latere jaren.