Voor veel mensen is tijd iets vanzelfsprekends: het verstrijken van minuten, uren, dagen en jaren geeft structuur aan ons leven. Voor mensen met dementie verandert deze structuur echter ingrijpend. Hun beleving van tijd wordt steeds vager, en het tijdsbesef kan volledig anders worden. Dit kan leiden tot verwarring, angst en zelfs frustratie, zowel voor de persoon zelf als voor hun naasten.
Een veelvoorkomend verschijnsel bij mensen met dementie is dat zij gebeurtenissen uit het verleden ervaren alsof ze in het heden plaatsvinden. Dit ‘samenvloeien’ van herinneringen kan ervoor zorgen dat zij zich bijvoorbeeld ‘s ochtends klaarmaken voor een baan die ze jaren geleden hadden of verwachten dat hun ouders – die al lang overleden zijn – elk moment kunnen langskomen. Voor hen kan het verleden soms even levendig zijn als de huidige werkelijkheid.
Dit verlies van tijdsbesef is niet zomaar verwarring; het ontstaat omdat de hersengebieden die nieuwe herinneringen opslaan vaak worden aangetast. Hierdoor blijft hun langetermijngeheugen relatief intact, terwijl hun kortetermijngeheugen geleidelijk vervaagt.
Dementie tast niet alleen het algehele tijdsbesef aan, maar ook het dagelijkse ritme. Veel mensen met dementie hebben moeite om onderscheid te maken tussen dag en nacht. Ze kunnen midden in de nacht opstaan en zich klaarmaken voor een nieuwe dag of plotseling een middagdutje doen zonder besef van tijd. Dit verstoorde dag-nachtritme kan voor hen zelf en voor hun verzorgers een uitdaging zijn.
Deze verstoring komt voort uit een disbalans in de biologische klok, die door dementie wordt beïnvloed. De hersenen verwerken signalen voor dag en nacht minder goed, waardoor slaap- en waakcycli chaotisch kunnen worden. Dit kan leiden tot verwarring, uitputting en stemmingswisselingen.
Mensen met dementie lijken soms als het ware te ‘tijdreizen’. Omdat hun geheugen vaak beter toegang heeft tot het verleden dan tot het heden, kunnen zij zichzelf jonger voelen en gebeurtenissen uit hun jeugd of jongvolwassen leven herbeleven. Dit wordt versterkt door nostalgie en het feit dat deze vroege herinneringen vaak dieper in het geheugen verankerd liggen. Dit tijdreizen kan hen troost bieden, maar ook voor verwarring zorgen, zeker wanneer anderen niet dezelfde herinneringen delen.
Voor mensen met dementie is het moeilijk om recente gebeurtenissen te onthouden, omdat het kortetermijngeheugen het eerst wordt aangetast. Hierdoor is hun begrip van ‘nu’ vaak fragmentarisch. Ze kunnen zich nog in het moment voelen waarin hun kinderen klein waren of herinneringen aan huiselijke taken uit het verleden herbeleven. Dit verklaart waarom ze soms moeite hebben om de huidige omgeving te herkennen en waarom bekende gezichten plotseling onbekend kunnen lijken.
Deze fragmentatie van het heden kan ook leiden tot gevoelens van onzekerheid. Zonder een stevig anker in de huidige realiteit kunnen mensen met dementie zich verloren of angstig voelen, omdat hun geest als het ware voortdurend ‘zweeft’ tussen verschillende tijden.
Omdat mensen met dementie moeite hebben om gebeurtenissen chronologisch te plaatsen, kunnen emoties uit het verleden op willekeurige momenten naar boven komen. Iemand kan plotseling verdrietig, angstig of boos worden zonder dat er een duidelijke aanleiding is. Deze emoties worden vaak getriggerd door herinneringen of gevoelens die niet altijd begrijpelijk zijn voor hun omgeving. Voor verzorgers en familieleden is het belangrijk om te beseffen dat deze emotionele reacties niet altijd te verklaren zijn door de situatie op dat moment, maar misschien eerder voortkomen uit een herinnering of eerdere ervaring.
Het veranderde tijdsbesef van mensen met dementie vraagt om een zorgaanpak die gericht is op geduld en begrip. Hier zijn enkele manieren om hen te helpen om te gaan met hun veranderde tijdsperceptie: